keimpe.reismee.nl

Week 1/12 - De Trein Komt op Stoom

Châtillon, le 6 octobre 2019


Vandaag, zondag 6 oktober, heb ik precies één week overleefd in Parijs, tout seul. De kop is er af! Ondanks dat ik de terugreis nu al angstaanjagend dichtbij vind komen, moet ik wel reëel zijn, ik heb nog elf weken te gaan. Voordat ik het weet zit ik weer in het kikkerlandje, aux Pays-Bas. Ondanks dat ik – nu nog – veilig zetel op het Île-de-France, zal ik mijn kikkers in het hoge noorden niet vergeten. Vandaar dat ik dit schrijf, een ‘blog’ voor de nieuwsgierige Hollander die zich wil verdiepen in het Franse leven van moi, Keimpe.

Ten eerste, naast dat het een week van veel nieuwe ervaringen en taalkennis was, was het ook een week waarin ik goed op de proef werd gesteld. Persoonlijk betwijfel ik het bestaan van God, maar mon Dieu, als hij bestaat was deze week ook zijn manier om mijn wilskracht onder de loep te nemen. Zijn eerste test begon op woensdag, ik verzwik mijn enkel tijdens het hardlopen. Terwijl ik een steile heuvel af daal, zo’n heuvel die in Nederland al als berg bestempeld zou worden, werd ik een fataal slachtoffer van het slechte Franse wegonderhoud, een bobbel in de stoep ontneemt mijn balans en ik val – zo chique als ik het kan stellen – vol op mijn plaat. Nu, vier dagen later, gaat het beter. Ik kan melden dat ik niet meer gebruik hoef te maken van de ‘places réservées’ in de metro. Vervolgens, een dag na mijn val-incident, wordt duidelijk waarom ma mère toch bezorgd kan zijn over de miljoenen stad Parijs, er worden vier politie agenten neergestoken à la Préfecture de Police, 500 meter van mijn taalschool. Met een enkel zo groot als de Montmartre ben ik er toch naar toe gehinkt, van een respectabele afstand kon ik de TV-ploegen aan het werk zien, de situatie was gelukkig weer onder controle. Op vrijdag sloeg God nog een keer toe, tijdens het tandenpoetsen schiet mijn spalkje aan een kant los. Nadat mijn spalkje drie jaar probleemvrij mijn tanden bij elkaar heeft gehouden besloot hij daar verandering in te brengen. Waarschijnlijk heeft mijn spalkje keurig gewacht tot ik 18 was, een zorgverzekering sluit je namelijk niet voor niks af! Gelukkig sprak mijn moeder de altijd zo geruststellende woorden: ‘daar leer je weer van’.

Ondanks deze onverwachte beproevingen zou ik graag een hoogstaand nummer van John de Bever willen quoten: ‘Jij krijgt die lach niet van mij gezicht’. Hinkend of met een los stukje metaal in mijn mond, ik ben en blijf gewoon in Parijs, en dat is al formidablegenoeg. Deze monumentale stad heeft nog zo veel te bieden en ik heb pas het topje van de ijsberg gezien. Er is een andere artiest die deze schoonheid mooi onder woorden heeft gebracht, die niet ongequote mag blijven, de one-hit-wonder Kenny B: ‘Naar de Champs-Élysées en naar de Notre Dame en naar de Seine, en daarna samen op La Tour Eiffel.’ Voor mij is het alleen niet meer ‘praat Nederlands met me’, dat heb ik achter me gelaten. Zodra ik terug kom wordt het bien sûr: ‘praat Frans met me’, ik weet alleen niet of iedereen daar zo blij van gaat worden.

Ik ben hier natuurlijk niet alleen voor mon plaisir, er moet ook hard gewerkt worden. Het leren van de Franse taal vereist veel aandacht en arbeid. Het Engels probeer ik hier, in het iets wat chauvinistische Frankrijk, te minimaliseren, maar ik kan niet veel anders zeggen dan: ‘practise makes perfect.’ Als een stoomlocomotief moest ik op gang komen, maar je kan wel zeggen dat het leren nu in een treinvaart gaat. Soms zijn er echter grammaticale vormen die in het Nederlands niet bestaan, metaforisch kan ik dat meer relateren aan een stoptrein. Maar ook de subjonctif zal ik ooit omarmen. De lessen Frans zijn voor mij in de après-midi, elke schooldag van 16h20 tot 19h30. Terwijl moeders dacht dat ik eindelijk een normaal slaapritme aan zou nemen, kan ik ongestoord in bed blijven liggen tot le déjeuner. De mogelijkheid is er, maar ik kan met trots verkondigen, dat ik al meerdere malen – onnodig – de wekker op 9 uur heb gezet.

Toen de Montmartre op mijn enkel eindelijk wat was gekrompen, was ik vastberaden om mijn sightseeing – waar ik vorige week met moeders al mee begonnen was – voort te zetten in het weekend. Onmisbaar in Parijs is het Louvre, op het Drentse de Wemme na, het meest prestigieuze museum van le monde. Met alleen een Europese ID-kaart kom je elk museum van Parijs gratis in, mits je onder de 25 jaar oud bent. Hoewel ik vorig jaar al het Louvre heb bezocht, kon ik nu eindelijk de tijd nemen om wat kunstwerken te waarderen, zonder een heuende moeder die alleen de Mona Lisa en de Venus van Milo hoeft te zien. Zo kon ik deze keer aandachtig Napoleon, Marianne et Jeanne D’Arc bezichtigen. Ik heb de übertoerist in mij onderdrukt en ik heb deze keer Da Vinci’s meesterwerk maar overgeslagen. Om mijn nationalisme op pijl te houden ben ik de volgende dag, vandaag, zondag 6 oktober, naar Musée d’Orsay gegaan, waar ik Nederlands grootste exportproduct kon aanschouwen: Vincent van Gogh. Het voelde toch bijzonder om de plaatjes uit de PowerPointpresentaties van CKV in het echt te zien.

Deze eerste week is nu definitief voorbij. Vanuit ma chambre in het kolossale huis van mijn gastgezin rond ik deze ‘blogpost’ af. La Tour Eiffel kijkt van achter het raam op mij neer. Terwijl ik mijn laatste woorden op papier zet vult de schijnwerper van de Eiffel Toren systematisch om de paar seconde mijn kamer. Zo systematisch als deze ijzeren dame schijnt wil ik ook deze blog onderhouden. J’espère dat elke zondag weer een post verschijnt.

Au revoir,

Keimpe





Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active