keimpe.reismee.nl

Week 5/12 - Gekleurde Blaadjes aan de Seine

Châtillon, le 3 novembre 2019

Ik ben dan nu wel in Frankrijk, maar voor Franse taferelen hoefde ik Nederland eigenlijk niet te verlaten. Zelfs ici, in de stad van de revolutie, krijg ik mee dat het Malieveld harder beeft dan ooit te voren. Naast de boeren en de bouwvakkers zag ik dat nu ook de leraren gaan afreizen naar de hofstad om hun ontevredenheid te manifesteren. Toen ik dat las ontdekte ik bij mezelf dat ik onbewust nog steeds even dacht: ‘chill, dan hoef ik niet naar school.’ Snel realiseerde ik me echter dat ik mijn VWO-diploma nu al maanden op zak heb en dat dit nieuws voor mij helemaal niet relevant is. Voor die onbewuste-ik is het vast niet voortestellen dat ik nu betaal om vrijwillig naar een school te gaan, waar ik nota bene Frans aan het leren ben. Toch ervaar ik hier nu, bewust, geweldige weken, vraiment incroyable. Zoals gewoonlijk volgt er weer een ‘blogpost’, een gewoonte die ik ook deze week voortzet. Op deze donkere zondag 3 november schrijf ik dan ook een verslag van alweer mijn vijfde week.

Ten eerste, de klok is verzet, de dagen worden korter en kouder en november is om de hoek komen kijken, oftewel: de herfst is echt aangebroken. Als ik onder de grote bomen door loop die de kade van de Seine van het Quartier Latin overwoekeren strompel ik over oranje, rode en bruine bladeren. Als ik verderop de Boulevard Saint-Michael af loop zie ik niks anders dan etalages overspoeld met pompoenen en heksenmutsen. Zelfs de trotse Fransen hebben Halloween toegelaten tot hun cultuur. Op donderdagavond, 31 oktober, kon ik dan ook overal mensen zien lopen verhuld in schmink of verborgen achter maskers. Samen met wat Brazilianen van mijn school ben ik die Amerikaanse avond dan ook naar een Halloweenfeest gegaan, wel Braziliaans natuurlijk. Zonder ook maar een woord te begrijpen heb ik de hele nacht op Portugese muziek gedanst. Deze avond begreep ik wel waarom het Carnaval van Rio wordt gezien als een van de meest swingende en kleurrijkste evenementen van le monde, Brazilianen weten hoe ze moeten feesten. Gelukkig was het de volgende dag Allerheiligen (Toussaint), wat in Frankrijk betekent dat scholen en winkels gesloten zijn, en voor mij betekent dat ik lekker ongestoord kan slapen.

Vorige week beschreef ik hoe ik op het kerkhof Père Lachaise bewonderend alle graven en tomben van bekenden en onbekenden bestudeerde, van simpele stenen tot excentrieke obelisken. Om mijn bewondering voor rustplaatsen voort te zetten heb ik dit weekend de meest absurde en theatrale tombe van de stad bezocht. Onder een gigantische gouden koepel rust de kleine keizer, de heer Napoleon. Zijn sarcofaag is tegenstelling tot zijn bijnaam erg groot. Hij ligt symmetrisch in het hart van de kerk van Les Invalides, omringt door twaalf reusachtige gevleugelde engelen, die elk een veldslagoverwinning symboliseren. Ook zijn zoon ligt ergens in een hoekje van het gebouw, verborgen onder een robuust standbeeld van zijn vader. Het was Adolf Hitler die dat hoogstpersoonlijk had waargemaakt. Voordat de Führer Parijs was binnen gemarcheerd lag Napoleons zoon namelijk nog onbelemmerd bij zijn moeders familie in Wenen. Maar een vader en zoon die zo ver van elkaar gescheiden lagen, dat vond Hitler nou echt onmenselijk. Verderop in Les Invalides bevindt zich het Musée de l’Armée,bestaande uit lange hallen met glazen vitrines gevuld met zwaarden, kanonnen, pistolen en harnassen. De meeste bezoekers waren jongens van onder de tien jaar die hoogmoedig rond stapten met een kartonnen Napoleonhoed op hun hoofd. Terwijl ik alle wapens en uniformen van het Franse leger af ging, probeerde ik met een koptelefoon op mijn hoofd alle rondslingerende plastic zwaarden te ontwijken.

Deze week ben ik nog een keer langs gegaan bij Musée d’Orsay. Omdat ik op een doordeweekse dag (voor school) ben gegaan was het ditmaal wat rustiger. Hierdoor stond ik deze keer oog in oog met het zelfportret van Van Gogh, geen enkele selfiestick die onze blikken doorkruiste. Even later zat ik weer gewoon op een plastic stoeltje in een klaslokaal op de tweede verdieping van een oud crèmekleurig gebouw onder de – figuurlijke – rook van de Notre Dame, mijn taalschool. Op mijn vrije vrijdag kwam ik er achter dat een straatje verder de oudste jazzclub van Parijs zich verschuilt in de kelders van een vergelijkbaar oud crèmekleurig gebouw. Op de keldervloer waren echtparen onder begeleiding van trompetten, cello’s en saxofoons aan het dansen. Een oudere man, die me op de een of andere manier erg aan Matthijs van Nieuwkerk deed denken, danste beter dan alle jongeren bij elkaar, maar net zoals Matthijs kon je aan hem zien dat hij zichzelf ook wel de beste vond.

Kortom, Parijs begint me nog niet te vervelen. Voorheen beschreef ik meermaals hoe het passeren van de weken sneller gaat dan ik lief heb. Dat gevoel is, totalement, niet veranderd. Mijn komende week is mijn zesde, en als ik mijn rekenvaardigheden niet heb verloren is dat toch echt de helft van twaalf. Ach joh, dat is een zorg voor later. Maar voordat ik er erg in heb is later alweer nu.

Au revoir,

Keimpe

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active